zaterdag 10 januari 2015

Run Forest Run Drents Friese Wold 43 kilometer "Flow in Friesland"

Ik weet niet waar het vandaan komt, maar ineens is het er. Het gevoel dat ik altijd kan blijven lopen. Uur na uur na uur. Van zonsopkomst tot zonsondergang en dan gewoon verder door de nacht tot de zon weer opkomt. En dan weer verder door de dag. Lopen lopen lopen. Zonder moe te worden.Kon ik het maar in een flesje stoppen, dat heerlijke gevoel. Dan zou ik elke ochtend twee druppeltjes nemen bij het opstaan. En voor het slapen gaan nog eentje. Zodat ik lekker zal gaan dromen. En dan droom ik over vandaag. Dat alles vanzelf gaat, stap na stap. Het lijf, de longen, het hart en de benen, ze hebben er duidelijk zin in vandaag. Ik voel me vrij. Ik voel me lekker. Ik weet niet eens hoe lang ik al loop. Ik wil het ook niet weten. Ik denk aan niets. Laat mij maar gaan. Laat mij maar lopen. Nee, ik wil niet finishen. Ik wil doorgaan. Niet stoppen, nooit meer stoppen. Doorgaan. Lopen. Steeds langer, steeds verder.

image_00004 (Custom)

Iets voor half elf sta ik met zo’n veertig andere trailers klaar voor de start. Vier minuten later mogen er weer veertig op pad. Daarna volgen de korte afstanden. De eerste editie van de Run Forest Run Drents Friese Wold staat op punt van beginnen. Voor ons liggen 43,6 onverharde kilometers. Na de trails in Weert en Ommen is dit de derde premiére van een trailrun die ik mee maak in korte tijd. Ook nu weer loop ik hem als training. Na de start ga ik dan ook rustig op pad. Ontspannen lopen is mijn doel voor vandaag.

Na 300 meter verlaten we de brede bosweg voor een slingerend paadje met veel boomwortels. Boven ons buldert de wind door het bos. Alsof er F-16’s laag overvliegen, zo gaat het te keer. De bomen zwiepen heen en weer. Het piept en kraakt in het Wold. Je hoort de takken vallen. Gelukkig is het droog en al gauw berg ik mijn jackie op. De eerste vijf kilometer vliegen voorbij. Dan komen we bij het Canadameer. Hier zijn we uit de beschutting van het bos. De wind doet de ogen tranen. Witte schuimkoppen op het water. De tientallen eenden op het water dobberen wild op en neer. De route voert ons om het meer heen. De ondergrond varieert hier van drassig tot kletsnat. Hoeveel veenlijken zouden hier nog liggen?
image_00002 (Custom)image_00001 (Custom)

Na nog enkele vennetjes gepasseerd te hebben mogen we weer het bos in. Uit de wind is het aangenaam warm en ik stroop mijn mouwen maar eens op. Had ik nou toch die korte broek maar aangetrokken! Na een kilometer of tien opent het bos zich en leidt de route door een veld langs typisch Drentse boerderijen. Achter de ramen zie ik Bartje ‘ik bid niet voor bruune bonen’ zitten. Hier hebben we de wind pal tegen. Het vervelendst zijn de windvlagen. Spring je net over een grote plas, komt er zo’n windvlaag en lijk je ineens stil in de lucht te hangen. Na drie kilometer is daar weer bos en de eerste verzorgingspost. Ik loop als 42e krijg ik te horen.

Na de post gaat de korte route naar links, terug naar de start. Ik sla rechtsaf, nog 28 kilometer te gaan. Voor me en achter me loopt nu niemand meer. Het bos heb ik voor mezelf. Dit is een nationaal park en ik snap heel goed waarom. Ik heb inmiddels heel wat trails gelopen in ons landje en elk bos heeft toch zijn eigen karakter. Hier in het Drents Friese Wold voel ik me meer dan ooit in the middle of nowhere. Het bos is donker, de paden zo smal dat het lijkt alsof er alleen reeën en konijnen voor mij hebben gelopen. Ik verwacht elk moment een soldaat van de Wehrmacht tegen te komen die hier al 70 jaar ronddoolt in het woud, niet wetende dat de oorlog voorbij is.

Al mijmerend over soldaten, kabouters en andere bosbewoners raakt het hoofd leger en leger. Ik loop nu zeker twee uur en voel geen spoortje vermoeidheid. Dan is dat heerlijke gevoel er. Laat mij maar dolen door dit bos, hier op de grens van Drenthe en Friesland. Ik gooi er een oerkreet uit en maak van vreugde een sprongetje in de lucht. Vleugels heb ik gekregen. Ik krijg zin om keihard te gaan rennen. Maar de rem blijft erop. Het moet wel een training blijven.

Na een kilometer of 25 kom ik in een gebiedje waar veel bomen gekapt zijn. Hier hebben zware machines gereden en de bandensporen zijn een zachte modderige brij geworden waar ik doorheen moet. Er staan plassen in waar de plaatselijke fierljepploeg wel raad mee zou weten. De modder zuigt mijn schoenen vast. Kom maar op! Vandaag houd niets me tegen. Als het moet loop ik over water. Er liggen bomen op het pad. Soms kan ik er overheen, soms moet ik er onder door. Dit is het zwaarste gedeelte van het parcours.

image_00005 (Custom)

Plots staan daar mensen. Het blijkt de tweede verzorgingspost te zijn. Vanaf hier is het nog maar 12 kilometer. Na twee bekers cola ga ik gauw weer op pad. De ondergrond is nu weer stevig. In de verte op het heideveld zie ik voor het eerst ook weer andere lopers. Ik bedenk me dat als ik ze inhaal ik van plaats 42 naar plaats 40 doorschuif. Ik krijg zin om ze in te halen. Maar nu nog niet. Niet te vroeg. Met mezelf spreek ik af dat ik bij kilometer 35 mag gaan versnellen. Beetje bij beetje komen de lopers al dichterbij. Ze zitten duidelijk stuk. En ik nog lang niet. Eindelijk is daar het bordje met 35 erop. Snel een gelletje en wat water. De rem gaat er af. Al snel haal ik de eerste loper in. Hij struikelt haast over zijn eigen benen. Dan ben ik nummer twee voorbij. Ik snel langs wat schapen en zie verderop nog meer lopers gaan. Nu is de jager in mij los. Een grote zandvlakte met stuifduinen vlieg ik over. De ene na de andere loper passeer ik. Bij hun is het beste eraf. Bij mij nog lang niet. Ik haal met gemak nog vijf of zes lopers in. Dan is daar veel te snel de finish. Na vier uur en 27 minuten zit het erop. Wat een heerlijke dag!
  image_00007 (Custom)   image_00003 (Custom) image_00008 (Custom) image_00009 (Custom)