zaterdag 15 augustus 2015

Stour Valley Path 100km Ultra Marathon


 Eind april, net na mijn eerste 100 kilometer, leek het nog zo’n goed idee: me inschrijven voor deze loop in het oosten van Engeland. Nu, met nog 25 kilometer te gaan, loop ik me zelf te vervloeken. ‘Welke idioot doet nou zoiets? Was je dan vergeten hoe zwaar Limburgs Zwaarste was?’ Ik vervloek de heuvels en de dikke klompen modder onder mijn schoenen. Ik vervloek de koningin van Engeland en het stelletje op sandalen dat zo moeiteloos langs me heen loopt. Ik vervloek mezelf dat ik vijf dagen na een antibioticakuur ben gestart. Ik vervloek mezelf dat ik minder getraind heb dan de vorige keer. Ik vind er niets meer aan. Moedeloos ga ik voorwaarts, want finishen zal ik! Maar leuk is anders.

Het Stour Valley Path is een lange afstandswandeling van Newmarket, een stadje vlakbij Cambridge, de rivier de Stour volgend naar Cattawade, 20 mijl van Harwich. Twee vrienden bedachten dat er vast wel mensen waren die de hele route in een dag wilden rennen. Zie daar, de Stour Valley Path 100km Ultra Marathon is geboren.

image_00014 (Custom)

Op vrijdagavond meld ik me in de White Lion pub. Nadat de verplichte uitrusting is gecontroleerd ontvang ik mijn startnummer. Zaterdagmorgen half zeven. Ik arriveer weer bij de White Lion. Ik gooi mijn tas met schone kleren in het busje dat alles naar de finish brengt en wacht samen met andere lopers op de briefing van de racedirector. We worden gewaarschuwd voor stieren en koeien met kalfjes. Om iets voor zeven uur staan we op het grasveld voor de pub waar met een oranje spuitbus een lijn is getrokken met het woord start eronder. 
image_00001 (Custom)


Zoals gebruikelijk heeft niemand haast bij de start, de snelle lopers zullen pas om 9 uur van start gaan. Wij krijgen twee uur langer om te finishen en mogen er 15,5 uur over doen. Newmarket is in Engeland vooral bekend van de paardenraces, paarden hebben hier zelfs voorrang op het overige verkeer. We lopen eerst anderhalve kilometer langs een drukke weg met renbanen ernaast. Er rijden al flink wat jockeys met hoge snelheid op hun paard langs ons. Indrukwekkend zo snel als een paard kan lopen, maar een afstand van 100 kilometer haalt geen enkel paard.

image_00002 (Custom)

Na tien minuutjes slaan we linksaf the Devil’s Dyke op. Dit is een door mensen gemaakte aarden wal van een meter of 9 hoog, gebouwd in de 5e of 6e eeuw. Het is alsof je op een graat in de Alpen loopt. Het pad is zo smal dat je niet kunt inhalen en links en rechts loopt het steil naar beneden. Niet alleen helt het pad een tikkie naar links af, het ligt ook nog vol spekgladde boomwortels en dito keien. Ik moet me goed concentreren. Hierdoor gaat de tijd lekker snel en voor ik het doorheb ben ik al 40 minuten al het lopen. Een loopster gaat flink onderuit en krijgt een onvrijwillig kleimasker. Gelukkig kan ze opstaan en zie ik haar ook nog finishen.

Na 12 kilometer verlaten we de dijk en gaan we verder door het glooiende Engelse landschap. Het Britse ‘Right of Way’ zorgt ervoor dat we dwars door graanvelden, weides en privédomeinen mogen rennen. De route is spaarzaam gemarkeerd met houten paaltjes met het Stour Valley Path logo en af en toe een oranje pijl van de organisatie. We hebben verplicht een kaart met de route bij ons en ik heb de route ook in mijn telefoon staan. Voorlopig gaat alles goed en vlot en vliegen de kilometers voorbij. Het belooft een prachtige dag te worden.



Ik loop op een smal paadje tussen twee heggen als een vijftal dames van een loopclub achter me komt te lopen. Ik vraag of ze er langs willen, maar de voorste antwoordt dat ik een ‘nice bum’ heb en een lekker tempo en dat ze dus liever achter me blijven lopen. Gevlijd neem ik de vrouwen op sleeptouw en samen bereiken we al snel het eerste checkpoint na 19 kilometer. Daar blijkt de dame van de opmerking in haar grijswitte tight ook een nice bum te hebben. (Zie foto). De verzorging is bij alle checkpoints uitstekend. Alsof je een pitstop maakt tijdens een formule-1 race, zo snel is je waterzak weer gevuld. Ik neem een stuk watermeloen en een cola en weg ben ik.

image_00008 (Custom)

Ik loop nu op met Joe, een Ier. Al snel moeten we door een vers geploegde akker. De klei blijft plakken aan onze schoenen. Hobbelend bewegen we ons heuvelop. Er zullen vandaag nog veel akkers volgen waar het rennen haast onmogelijk is door de kluiten aarde aan onze voeten. We verruilen de akker voor een weiland met een bordje ‘bull in field’ ervoor. Een flinke jongen kijkt ons vanaf een afstandje gedwee aan. ‘Stelletje gekken’ lijkt-ie te denken. In de verte doemt de ruïne van een kasteel op, naar het blijkt het decor van checkpoint 2. De eerste 37 kilometer zitten er op. Veel lopers hebben supporters meegenomen en bij elke post word je door 30 à 40 man onder luid applaus binnengehaald. Na een peanutbuttersandwich ga ik, wederom onder luid applaus, op pad.

image_00009 (Custom)

Vol energie ga ik op pad naar checkpoint drie. De zon is inmiddels flink gaan schijnen en het zweet breekt me uit. Om me heen wordt er flink gezucht. Iedereen krijgt last van de toenemende hitte. Ik leid een groepje van een mannetje of 20 over een smal paadje langs een veld. Als we bij een asfaltweg komen zie ik geen paaltjes of lintjes meer. De kaarten komen tevoorschijn en we blijken al een halve mijl eerder een afslag gemist te hebben. Ik volg nu 20 grommende mannen terug naar de route. De warmte begint zijn tol te eisen. Links en rechts gaan lopers over tot wandelen. Ik loop nog wel hard, maar snak naar iets kouds te drinken. De derde drankpost laat veel te lang op zich wachten. Ik weet nu waarom dit stadje Long Melford heet. Over een lengte van een mijl rijgen de pubs en teahouses zich aan een. Ik zie mensen met koude pilsjes en ijscoupes verbaasd kijken naar die bezwete lopers. ‘Stelletje gekken’ lijken ze te denken. Ik sla rechtsaf en beland midden in een cricketwedstrijd. Even denk ik weer verkeerd gelopen te zijn, maar ontdek dan de post in een hoekje van het speelveld. Voor het eerst deze race plof ik in een stoel. Even twee tellen zitten, die laatste kilometers waren zwaar.

image_00011 (Custom)
Met hernieuwde energie ga ik weer op pad. Seb uit Frankrijk en Chengboon uit Maleisië zijn nu mijn loopmaatjes. Seb geeft aan snel te verdwalen en daarom met iemand mee te willen lopen. Hij heeft het nog niet gezegd of we missen een pijl. Een loper achter ons heeft het gelukkig in de gaten. Een tijdje lopen we met zijn vieren. De gesprekken verstommen echter en zwijgend gaan we voort. De zon brandt aan de hemel. De anderen gaan over in wandelpas. Ik ren nog wel, maar niet van harte. Ik eet en drink tot nu toe met regelmaat, de mini-krentenbollen blijken een goede zet. Ik voel nu echter de misselijkheid op komen. Ook moet ik even achter een heg. Ik voel de energie uit mijn lijf stromen. Steeds vaker ga ook ik over tot wandelen. Ik neem wat zout en voel me even wat beter. Het kost me moeite mijn focus bij het lopen te houden. ‘Make the most of the downhills! Don’t walk, run!’ De vrouw in de grijswitte tight haalt me in. Zonder er erg in te hebben gehad ben ik al over de top van de heuvel. Ik bijt me, figuurlijk dan, vast in haar nice bum en volg haar naar beneden en weer omhoog. In de volgende afdaling moet ik haar laten gaan. Als ik te snel ga moet ik telkens bijna overgeven. Zo dribbel en wandel ik een poosje verder, totdat ik weer de bosjes in moet. Opgelucht ga ik verder en begin me langzaam beter te voelen.

Ik zit even op het stoepje van de pub waar post 4, 68 kilometer, gevestigd is. Ik voel me na ruim 15 kilometer eindelijk weer wat lekkerder. Ik stuur een appje dat ik alleen nog maar de Utrechtse Heuvelrug Trail moet. Dat klinkt lekker overzichtelijk. Het volgende checkpoint is al op 80 kilometer, dan ben je er bijna. Vol goede moed ga ik weer verder. Ik krijg zelfs het vertrouwen dat ik nog steeds binnen de geplande 14 uur kan finishen. De lol is helaas van korte duur. Steeds vaker moet ik wandelen. Ook omlaag. Ik ben misselijk. Ik voel me leeg. Zo rot als nu heb ik me nog nooit gevoeld. Het lukt me maar niet te genieten van het prachtige landschap. Wat doe ik hier? Na 75 kilometer knakt er wat in me. De tranen branden in mijn ogen. Mijn benen voelen nog goed, maar ik ben op. Alle energie is uit mij. Ik probeer aan leuke dingen te denken. Aan alle keren dat ik liep en me rot voelde, en dat ik dan altijd weer een tweede adem wist te vinden. Dat ik mezelf weer uit het dal haalde. Vandaag lukt het maar niet. Toch komt met elke vloek de finish dichterbij. De gedachte aan de finish houdt me op de been. Wat er ook gebeurt en hoe slecht ik me ook voel, ik zal finishen.

Als een boer met kiespijn lach ik als ik juichend checkpoint 5 wordt binnengehaald. Ik voel me er wel wat beter door. Na een korte stop ga ik weer. Misschien komt nu, zoals de Engelsen zeggen, de second wind. Een paar trappetjes op, de brug over en dan loop ik langs een pub waar een beerfestival bezig is. Ik haal zowaar een andere loper in. Hij loopt zijn eerste ultra en vraagt me wat hem de resterende 20 kilometer te wachten staat en hoeveel tijd hij nog heeft. Ik spreek hem moed in en stel hem gerust dat we ruim voor de cut-offs lopen. Hij bedankt me uitvoerig. Fijn dat ik in deze staat nog mensen blij kan maken. Echt happy ben ik niet, maar mijn lijf staat in ieder geval weer toe dat er wat harder gelopen kan worden. Zijn gezelschap leidt me gelukkig ook af van mijn zelfbeklag. Kennelijk hebben mijn woorden hem goed gedaan, want nu loopt hij van me weg. Ik loop weer alleen. De zon is inmiddels aan het onder gaan. De eerste glow-sticks zijn al opgehangen. Zo ook aan het openstaande hek van het weiland dat ik inloop. Een spoor loopt naar de verste hoek. Daar aangekomen zoek ik een uitgang. Er komen nog meer lopers aan. Ik kijk op mijn telefoon. Shit, weer een halve mijl te ver. Precies wat je nodig hebt na 93 kilometer. Dan maar weer terug en om het weiland heen. Ik baal er zo van dat ik haast sprintend mijn route vervolg. Even later gaan we dwars door een maisveld. En gelukkig, daar is de laatste post.

image_00021 (Custom)













Vanaf post 6 is het nog vijf mijl of acht kilometer. Mijn Garmin staat al over de 95 kilometer dankzij de twee extra mijl. Het is nu pikdonker en mijn hoofdlamp gaat aan. Ik moet veelvuldig op mijn telefoon kijken of ik nog wel goed ga. Ik wil eigenlijk het laatste stuk rennend afleggen, maar hou het niet vol. Toch haal ik weer iemand in. Ik gebaar hem met me mee te lopen. Langzaam dribbelen we richting finish. Hele stukken moeten we wandelen omdat het lange gras de kuilen onzichtbaar maakt. Dan eindelijk weer asfalt. Wat voelt dat lekker! Nog minder dan drie kilometer te gaan. We lopen het dorpje binnen en uiteraard gaan we eerst nog even verkeerd. Craig, de loper naast me, geeft me een hand bedankt me dat ik hem er doorheen hebt gesleept. Juichend gaat hij over de finish. Ik ben blij dat het er op zit.

Ik ben uiteindelijk als 93e gefinisht in 14u47. Van de 141 starters hebben er 110 de finish gehaald, 31 DNF.

Naschrift: inmiddels denk alweer aan deelname aan een volgende ultra.


image_00003 (Custom)
image_00005 (Custom)
image_00006 (Custom)
image_00007 (Custom)
image_00010 (Custom)
image_00012 (Custom)
image_00013 (Custom)
image_00015 (Custom)
image_00016 (Custom)
image_00017 (Custom)
image_00018 (Custom)
image_00019 (Custom)
image_00020 (Custom)

image_00022 (Custom)
image_00023 (Custom)
image_00024 (Custom)